Bodemverbeteraars en bemesting

Bodemverbeteraars en bemesting


Prachtige planten en bloemen in de borders en een grasmat om te stelen. Wie wil dat nou niet? Maar ook een moestuin vol heerlijke biologische verse groenten wint aan populariteit. Geen groei zonder voeding. Een breed gamma producten voor bodemverbetering en bemesting maken het de hobby- en professionele tuinier makkelijk.


Prachtige planten en bloemen in de borders en een grasmat om te stelen. Wie wil dat nou niet? Maar ook een moestuin vol heerlijke biologische verse groenten wint aan populariteit. Geen groei zonder voeding. Een breed gamma producten voor bodemverbetering en bemesting maken het de hobby- en professionele tuinier makkelijk.

Een mooie tuin begint met een goede bodem. Een goede bodemstructuur is kruimelig van opbouw, met veel gangen en holten. Die worden opgevuld met water, lucht, plantenwortels en bodemleven. In het voorjaar zal een goed gestructureerde grond snel opwarmen, omdat lucht en warmte gemakkelijk in de bodem dringen en een overmaat aan water goed afgevoerd wordt. Zet een schep in de grond en kijk of je regenwormen tegenkomt. Dat zijn de ‘vrachtwagens’ die het materiaal (bladafval, goede stoffen) vervoeren. Heb je veel ‘vrachtwagens’, dan heb je een goed ontwikkelde bodemecologie. Het geheim zit ‘m in het regelmatig toevoegen van organisch materiaal. Bij de afbraak door wormen, insecten, bacteriën en schimmels komen veel voedingstoffen vrij die op hun beurt weer makkelijk zijn op te nemen door planten die vervolgens sterker en weerbaarder zijn voor belagers van buitenaf. Verse organische stof is materiaal dat nog niet omgezet is, zoals grasmaaisel, bladeren en takken. Humus is organische stof waarvan de gemakkelijk verteerbare delen al zijn afgebroken door bacteriën en schimmels. Omdat het humusgehalte in grond jaarlijks met zo’n 2% afneemt, moet dit ook elk jaar worden aangevuld door het toevoegen van een organisch product zoals stalmest, compost en Cocopeat (EcoStyle).

c ASEF Naturen nu ook organisch

Te zuur?

De meeste planten houden niet zo van zure grond (lage pH-waarde). Daarom is het een goed advies aan de klant om de grond eens te (laten) testen. Dat kan zelf met speciale testsetjes. Door kalk aan de grond toe te voegen neemt de zuurgraad af (de pH-waarde neemt dan toe) en wordt de grond tegelijkertijd luchtiger. Moderne biologische kalkmeststoffen bevatten ook organische materialen, schimmels en bacteriën om het bodemleven en daarmee de structuur en vruchtbaarheid te verbeteren. Voorbeelden zijn AZkalk van EcoStyle en DCM Microkalk.

e ECOstyle assortiment specifiek per soort

Spitten of woelen

Door spitten en frezen kunnen problemen met een te dichte structuur (tijdelijk) opgelost worden. Zware grond met weinig organische stof dient bij voorkeur al in het najaar omgespit te worden, zodat deze onder invloed van droogte en vorst uiteen kan vallen. Lichte gronden in het voorjaar bewerken. Gelukkig is spitten in veel gevallen niet nodig. Grond met voldoende organische stof juist niet spitten, maar omwoelen. Dan verdwijnt de humusrijke bovenlaag niet naar diepere lagen en wordt het bodemleven niet te veel verstoord. De bodemstructuur verslechtert door te veel regen, vooral als er water op de grond blijft staan, en door belopen en berijden slaat de grond dicht.

Bemesten

Planten hebben voeding en energie nodig om te kunnen groeien. Indien de bodem onvoldoende bouwstoffen bevat, vul je deze tekorten aan door bemesting. Voedingselementen zijn de 'bouwstenen' van de plant om te groeien. De belangrijkste waarvan de plant relatief veel nodig heeft zijn: stikstof (N), kalium (K) en fosfor (P) en verder calcium (Ca), zwavel (S) en magnesium (Mg). De tweede groep betreft sporenelementen die in kleine hoeveelheden nodig zijn zoals ijzer, natrium, kobalt, aluminium, silicium, molybdeen, chloor, koper en mangaan. Een tekort aan voedingselementen leidt tot slecht ontwikkelde planten met lage ziekteresistentie. Ook kan een plant zich abnormaal ontwikkelen, wanneer voedingselementen niet in de juiste verhouding worden opgenomen, bijvoorbeeld door de overmatige opname van één bepaalde stof. De plantgroei wordt bepaald door de voedingsstof die het minst aanwezig is. Wanneer er aan twee voedingsstoffen een tekort is, dan zal het toevoegen van één van deze voedingsstoffen geen extra groei geven. De behoefte aan en daarmee de gewenste verhouding tussen deze voedingsstoffen is afhankelijk van de plantensoort. Vandaar dat leveranciers het de consument makkelijk maken met specifieke meststoffen voor o.a. gras (meerdere varianten afhankelijk van groeifase), rozen, heesters & struiken, buxus, fruit, hortensia’s, lavendel of bloeiende planten. Allemaal bevatten ze stikstof, kalium en fosfor, maar in een andere procentuele mix en eventueel verrijkt met andere elementen en organische stoffen. Daarnaast blijven er universele meststoffen die uitgaan van een gemiddelde samenstelling. Handig voor daar waar specifieke bemesting lastig is uit te voeren (bijvoorbeeld in dichtbegroeide borders).

Enkelvoudig of samengesteld

Enkelvoudige meststoffen bevatten één element (bijv. N, P of K) dat een bemestende waarde bevat. Ze worden specifiek toegepast om een enkelvoudig tekort in de bodem aan te vullen. In organische vorm is enkelvoudige meststof gemaakt uit één grondstof, bijvoorbeeld: beendermeel (fosfaat), bloedmeel (stikstof) of vinassekali (kalium). Samengestelde meststoffen bevatten meer dan één grondstof met bemestende waarde. De N-, P- en K-gehaltes zijn te beïnvloeden door de verschillende N-, P- of K-ingrediënten in meer of mindere mate toe te voegen. Daarnaast zijn er als extra soms specifieke sporenelementen, organische stoffen, schimmels en bacterieculturen toegevoegd.

Organische mest…

Organische meststoffen zijn samengesteld uit natuureigen stoffen, veelal gemaakt uit plantaardige of dierlijke restproducten uit de bio- en consumentenindustrie. In organische mest zijn de elementen organisch gebonden. Een plant kan daar in eerste instantie niets mee. Het bodemleven (bacteriën en schimmels) vormt een noodzakelijke schakel tussen de meststof en de plant. Het zorgt ervoor dat de organische stoffen uiteenvallen in bruikbare voedingselementen die de plant wel kan opnemen. Dat gebeurt altijd geleidelijk, waardoor de kans op overbemesting heel klein is en de bemestingsfrequentie laag. De productie van organische meststoffen vereist weinig energie en ze hebben een positieve invloed op het bodemleven en plantwortels. Iedereen in de industrie is het er inmiddels wel over eens dat dit soort meststoffen beter zijn voor mens, plant  en milieu dan chemisch vervaardigde kunstmest.

… versus kunstmest

De aanduiding ‘kunst’ slaat op de chemische bereiding van de meststof of de bewerking van een natuurproduct. Kunstmestproducten zijn duur, vergen veel energie om te maken, veroorzaken makkelijk overbemesting en beïnvloedden het bodemleven in negatieve zin. Door de goede wateroplosbaarheid spoelen ze snel uit en vervuilen de omgeving zoals grondwater en sloten. Doordat bij kunstmest de voedingsstoffen wel rechtstreeks door de plant worden opgenomen, werken ze veel sneller, maar ook korter. In de professionele tuinbouw met geavanceerde doseringssystemen worden ze nog veel toegepast. In de sier- en moestuin kiezen zowel hoveniers als consumenten massaal voor de milieuvriendelijke organische meststoffen. Maar mede door de stijgende populariteit van biologische groenten in de supermarkt gaan de professionele kwekers steeds vaker goedgekeurde organische meststoffen toepassen. Die meststoffen voldoen aan strenge criteria en krijgen pas na certificering het keurmerk ‘Geschikt voor biologische landbouw’. Organische meststoffen zijn er in vloeibare en vaste vorm.

Organisch-minerale meststoffen zijn gecombineerde meststoffen (organisch en kunstmest). Fabrikanten van dergelijke meststoffen (o.a. DCM) claimen een combinatiewerking tussen de snel opneembare kunstmeststoffen en de langer werkende organische bemesting. Experts verschillen van mening over de werking van deze combinaties en in hoeverre de combinatie van mineraal en organisch elkaar in negatieve zin beïnvloed. In ieder geval mogen ze niet binnen de biologische landbouw toegepast worden.

a Actie 2010 DCM klein

d DCM actie 2010 2 klein

Alexander Langhout

Organisch met stip!

De markt in Nederland wordt in grote mate bepaald door drie spelers. DCM uit Katwijk, EcoStyle uit Appelscha en Pokon/Naturado (o.a. ASEF, Substral, Pokon) uit Veenendaal. Hun woordvoerders zijn het erover eens dat consumenten en professionals steeds vaker kiezen voor organische meststoffen. Die zijn in vele opzichten ook superieur aan de chemische varianten. DCM en EcoStyle leveren al een uitgebreid assortiment milieuvriendelijke organische meststoffen. Grote delen daarvan zijn geschikt voor de biologische landbouw. De producten van Pokon en ASEF (onderdeel van het Americaanse Scotts) berusten nog grotendeels op minerale kunstmesttechnologie. Maar daarin komt volgens Ben Scheer van Pokon/Naturado verandering. Voor beide merken introduceren ze onder de naam ASEF Naturen respectievelijk Pokon Bio een nieuw assortiment organische meststoffen van de hoogste kwaliteit en allemaal geschikt voor biologische landbouw. Zowel Pokon/Naturado (‘Need to feed’) als DCM gaat in 2010 consument gerichte acties voeren om de tuinier bewust maken van de noodzaak regelmatig te bemesten. Pokon doet dit met de ‘Vergeet me niet’ actie met online game en een memoryspel. DCM houdt het bij het motto ‘Groeien doe je niet zomaar!’ en vergelijkt het groeien van planten met dat van kinderen. Voldoende en goede voeding is daarbij het devies.

b ASEF Naturen fruit biologische landbouw

 

Top 3: Stikstof, Kalium en Fosfor

Stikstof is het belangrijkste voedingselement. Het is essentieel voor de vorming van plantaardige eiwitten en bladgroen. Stikstof maakt dat planten langer blad produceren en bloeien en/of rijpen in een later stadium. Planten nemen voornamelijk stikstof op in de vorm van nitraat (NO3). Het element fosfor wordt in de bodem terug gevonden in de vorm van fosfaat (P2O4) en wordt ook in deze vorm door de planten opgenomen. Fosfaten kunnen niet zoals stikstof uitspoelen of vervluchtigen. Fosfaten binden zich aan gronddeeltjes vooral wanneer die veel kalk, ijzer en aluminium bevatten. Fosfor stimuleert de wortelvorming. Een stikstofbemesting geeft een tegengesteld effect in vergelijking met een fosforbemesting. Stikstof bevordert de bovengrondse delen van de plant en fosfor juist de ondergrondse delen. Door stikstof blijft de plant jonger en door fosfor rijpt de plant en veroudert. Een jonge plant zal daarom een grotere behoefte aan stikstof hebben dan planten die genoeg blad hebben gevormd. Kalium is, in tegenstelling tot stikstof en fosfaat, geen bouwstof, maar beïnvloedt de stevigheid van de plant. Kalium zit vooral als ion (K+) in het celvocht en houdt de celspanning in stand. Kalium bevindt zich in de bodem in de vorm van kalizouten en lost relatief snel op in het bodemvocht. Vooral bij groenten en fruit is een hoog kaliumgehalte belangrijk.

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.