Concept zet in op hernieuwbaarheid

Concept zet in op hernieuwbaarheid

Industrieel, Flexibel en Demontabel (IFD), Maarten van der Breggen was er in 1999 als een van de eerste architecten mee bezig. 

In het Concept House Village in Rotterdam monitort SBRCUR momenteel twee appartementen die gebouwd zijn volgens het Maskeradeconcept van architect Maarten van der Breggen. De prototypes zijn opgetrokken uit hernieuwbare materialen – inclusief de prefab dampopen gevelelementen. Het monitoren duurt nog tot medio 2018. Maarten van der Breggen: “We zetten hier in op een maximaal aandeel hernieuwbare grondstoffen, het optimaliseren van de industrialisering en damopen bouwen.”

Industrieel, Flexibel en Demontabel (IFD), Maarten van der Breggen was er in 1999 als een van de eerste architecten mee bezig. Het IFD-demonstratieprogramma dat vanaf 1999 werd opgezet door de SEV resulteerde destijds in drie woonprojecten met het door Van der Breggen bedachte Maskeradeconcept. Met vooral veel aandacht voor de industriële component binnen IFD. 
Het Maskeradeconcept is een industriële bouwmethode, gebaseerd op prefabricage, hsb en een scheiding van casco en afbouw. Dat zorgt voor een snelle bouw, flexibiliteit in de plattegronden en herbruikbare bouwcomponenten, aldus Maarten van der Breggen: “We zijn al 12 jaar met dit concept bezig en hebben er inmiddels een tiental projecten mee gerealiseerd – scholen, woongebouwen, een kantoor. De prefabricage verkort de bouwtijd en verbetert de bouwkwaliteit, het uit elkaar trekken van casco en afbouw zorgt voor flexibiliteit voor de bewoners.”
Van der Breggen won in 2003 de Houtinnovatieprijs met zijn Maskeradeconcept. In 2016 ontving het concept de duurzaamheidsprijs van D66 in de provincie Zuid-Holland. 

Hernieuwbaarheid als nieuwe component
Ook de twee modelwoningen van Van der Breggen in het Concept House Village in Rotterdam zijn gebouwd volgens het Maskeradeconcept. Prototypes worden ze genoemd, omdat Van der Breggen zijn Maskeradeconcept in Rotterdam heeft doorontwikkeld. Met hernieuwbaarheid als belangrijke nieuwe component. Van der Breggen: “We hebben bij deze prototypes ingezet op een maximaal aandeel hernieuwbare grondstoffen, het optimaliseren van de industrialisering en damopen bouwen. We testen daarnaast de flexibiliteit; de bewoners bepaalden zelf de inrichting van de twee appartmenten in Heijplaat.” 
De inzet van hernieuwbare grondstoffen zorgt volgens Van der Breggen voor een aanzienlijke reductie van de CO2-uitstoot bij productie, gebruik en sloop. Van der Breggen: “Waar geen biobased alternatieven voor handen waren, is in de twee appartementen gebruik gemaakt van minerale grondstoffen als zand, grind, kalk en klei.”

Hernieuwbare gevel
Een belangrijk onderdeel van de Rotterdamse prototypes is de biobased gevel. Aanvankelijk zouden verschillende biobased gevelvarianten in de schil worden verwerkt, maar uiteindelijk koos men voor 'één oplossing die goed is', aldus Van der Breggen: “De gevel bestaat uit prefab dampopen constructies, dus zonder folies. Aan de binnenkant hebben de hsb prefab gevelelementen een OSB-plaat, 18 mm constructief. Aan de buitenzijde bevindt zich een 40 mm geperste Homatherm houtvezelisolatieplaat. Ertussenin hebben we 30 (geen 70?) cm Isofloc cellulose isolatie geblazen. In de gevel zijn Lamikon LongLife ++ passiefkozijnen uit naaldhout gebruikt en Lamikon LongLife ++ geïsoleerde deuren. 
De gevel bestaat zodoende geheel uit hernieuwbare grondstoffen.” De productie van de gevelelementen is volledig klimaatneutraal. [FRAME 2] [FRAME 3] 

Monitoren
De twee Rotterdamse Maskerade-appartementen zijn behoorlijk verschillend. Het eerste appartement is all-electric en heeft gebalanceerde ventilatie. Maarten van der Breggen: “De bewoners zitten nu anderhalf jaar in dat appartement, sinds augustus 2015. Dankzij 20 PV-panelen leveren we hier zelfs energie.” Het tweede appartement heeft nog een gasaansluiting, natuurlijke ventilatie en zonnecollectoren plus een zonneboiler voor warmte en warmwater. Hier trokken de bewoners in juni 2016 in. Van der Breggen: “We monitoren het vochtgedrag van de gevelconstructie en het binnenklimaat. De bewoners houden in een logboek data bij op gebied van vocht, temperatuur en ventilatie. Het is dus geen lab, we testen hier in de praktijk. Waarbij de mensen centraal staan. Doel is om ten opzichte van de traditionele bouw een aanzienlijke CO2 reductie te behalen met behoud of verbetering van het wooncomfort in een gezond binnenklimaat. We kijken onder meer naar de flexibiliteit van het concept in deze vorm, meten de energieprestatie van het gebouw en onderzoeken het dampopen bouwen en de effecten op de kwaliteit van het binnenklimaat. Bij de gevelisolatie is dus de vraag; hoe gedraagt de cellulose zich en hoe draagt de dampopen gevel bij aan het binnenklimaat? Daarnaast kijken we naar de ervaringsverschillen tussen de twee toegepaste ventilatiesystemen in de woningen: mechanisch gebalanceerd en natuurlijk vraaggestuurd.”  
Het monitoren van de twee Maskerade-appartementen loopt nog tot medio 2018.

Ontwikkelend architect
De gevelelementen in de Rotterdamse Maskerade-appartementen zijn gemaakt door Bouw '85, de binnenwanden komen van Faay. Van der Breggen: “De twee appartmenenten zijn gebouwd met deze en andere co-makers. Ik heb zelf het risico genomen, als ontwikkelend architect.”
De samenwerking met co-makers blijkt in de praktijk weerbarstig, stelt Van der Breggen: “Men doet mee, maar men wil ook produceren. Als het concept niet genoeg productie genereert, stapt men eruit.”
De follow-up gaat traag, constateert Van der Breggen: “Er wordt wel met het Maskeradeconcept gebouwd, maar niet in het tempo dat we graag zouden willen. Duurzaam bouwen zit wel overal tussen de oren, maar in de bouw staat het toch ergens achteraan. En dat steeds meer, het is geen hot item, vanwege de prijs en de marktsituatie. Ook veel opdrachtgevers zijn huiverig voor de extra investeringen die passiefbouw en bouwen met hernieuwbare grondstoffen verlangen. De situatie doet een beetje denken aan de Stroomversnelling, waar partijen elkaar ook vasthouden.” Het nieuwste Maskeradeproject realiseert van der Breggen deze zomer, in Almere Oosterwold, voor een particuliere opdrachtgever. 
     

Voet aan de grond
Conceptueel bouwen krijgt almaar meer voet aan de grond, zo lijkt het. Steeds meer consortiums bedienen de markt met concepten voor renovatie en nieuwbouw; Platform31 kon er jaren terug al een hele brochure mee vullen. Reden voor Raam en Deur om in deze serie een aantal concepten tegen het licht te houden en te kijken naar de rol van gevelbouwers en de raam- en deurenbranche in deze nieuwe manier van bouwen. Dit keer het door architect Maarten van der Breggen ontwikkelde Maskeradeconcept.  

De Rotterdamse Maskerade-appartementen hebben een casco uit prefab elementen van Duits naaldhout met FCS-keurmerk. De elementen voor gevel en dak scoren een Rc-waarde van 8,0 m2K/W, de kozijnen hebben een U-waarde 1,8 W/m²K. De speciaal voor het Maskeradeconcept ontwikkelde Flexvloer speelt in op de toenemende vraag naar levensloopbestendige, flexibele en duurzame bouw. De Flexvloer is een dragende vloer uit ribben van KERTO-S en vloerplaten van KERTO-Q. Deze worden verlijmd, daaraan ontleent het vloerelement zijn stijfheid. KERTO is gelamineerd vuren fineer, PEFC-gecertificeerd.
De overspanning van de hoofddraagconstructie van de Maskerade-appartementen is 7,5 m. De plafondhoogte bedraagt 3 m. Dat zorgt in combinatie met de Flexvloer voor een grote vrije indeelbaarheid.
Gevel, dak en BG-vloer van de Rotterdamse Maskeradewoningen zijn damopen.

CO2-reductie in alle fasen 
Het Maskeradeconcept zet in op CO2-reductie in alle fasen van het concept.
Bij de productie zorgt het industrieel bouwen van de prefab houten elementen (vloeren, gevels, wanden en daken) voor een klimaatneutrale productie – mede dankzij de gebruikte materialen. 90% van de productie van de Rotterdamsee Maskeradewoningen vond in de fabriek plaats. Het casco werd in twee dagen tijd geassembleerd – op een schone bouwplaats.
In de gebruiksfase zorgen bouwkundige detaillering en goed geïsoleerde schil naar verwachting voor een geringe warmtevraag in de winter. Ook de koelvraag in de zomer is laag. 
In de sloopfase kunnen de componenten van het Maskeradeconcept gedemonteerd en hergebruikt worden. De elementen zijn met wartelverbindingen aan elkaar verbonden. 
Een nieuwe ontwikkeling die de gebruiksfase volgens architect Maarten Van der Breggen extra energiezuinig maakt, is de invoering van de energiebundel. Bewoners betalen een vast bedrag per maand voor het gebruik van energie. De installaties voor distributie van warmte, ventilatie, koeling en warm tapwater worden aan de bewoners verhuurd, op basis van een contract waarin ook een bepaald energieverbruik is vastgelegd. Volgens Van der Breggen stimuleert dat bewoners om niet meer te verbruiken dan waarvoor zij betalen. Voor exploitanten wordt het interessant om efficiënte installaties toe te passen. 
De installaties zijn als modulair systeem aan de buitenzijde van de appartementen aangebracht, in een aparte schacht. Installaties, zonnepanelen en collectoren blijven in de energiebundelconstructie eigendom van de leverancier. 

SBRCURnet en Maskerade
Bij de de monitoring van het Maskeradeconcept ligt de nadruk volgens SBRCUR op de biobased (gevel)constructie. Na oplevering wordt getest hoe die constructie functioneert. De meetgegevens worden vastgelegd in een rapport dat wordt gekoppeld aan de detailtekeningen van het project. SBRCURnet werkt deze detailtekeningen uit in de systematiek van de SBR Referentiedetails.

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.