Lange tijd was er sprake van toenemende criminaliteit, maar over de afgelopen acht jaar zien we de cijfers dalen. Dat zien we helaas niet terug in het gevoel van veiligheid. Hoe komt dat en welke factoren spelen een rol bij de aanhoudende onrust over veiligheid? Wie het weet mag het zeggen. Raam en deur zet ter oriëntatie een aantal zaken rond dit complexe onderwerp op een rij. Hein Stienstra Het onveiligheidsgevoel is minder sterk gedaald dan op grond van criminaliteitscijfers zou mogen worden verwacht. Deskundigen wijzen in dit verband op de sterk toegenomen aandacht voor criminaliteit op televisie, via andere media of soms door deelname aan acties zoals sms-alert (“Je schrikt je rot bij zo’n bericht.”) Veiligheid zou gedefinieerd kunnen worden als een gerust gevoel in huis, op straat en op weg, zonder dat je je door iets of iemand bedreigd voelt. Hoe veilig mensen zich voelen verschilt per individu en is sterk afhankelijk van leeftijd, leefomstandigheden, woonplek, karakter, opleiding, etc. Feit blijft dat de kans om slachtoffer van criminaliteit te worden eigenlijk maar klein is. Voor woninginbraak is dat bijvoorbeeld gemiddeld maar eens in de dertig jaar. Veiligheidsmonitor In de Veiligheidsmonitor van het CBS worden de ervaringen van de inwoners van Nederland beschreven rond de leefbaarheid van de woonbuurt, de beleving van buurtproblemen, onveiligheidsgevoelens, aangiftegedrag, ervaringen met veel voorkomende criminaliteit, het oordeel van de bevolking over het optreden van de politie en preventiegedrag. De meest recente monitor geeft aan dat in 2009 de bevolking van 15 jaar en ouder 6,3 miljoen delicten heeft ondervonden (5,9 in 2008). De stijging is vooral toe te schrijven aan meer vandalisme. Bijna 27 procent gaf eind 2009 aan in de voorgaande 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van veel voorkomende criminaliteit. Het aantal gewelds- en vermogensdelicten, waaronder inbraak en autodiefstal, bleef vrijwel op hetzelfde niveau. Bijna twee van de drie ondervonden delicten (64 procent) vindt plaats in de eigen buurt (62 in 2008). PolitieregistratieEen belangrijk pluspunt van de hierboven genoemde Veiligheidsmonitor is dat ze uitgaan van de ervaringen van burgers, en niet van meldingen bij de politie of processen-verbaal. Immers, van veel voorvallen, gemiddeld ongeveer twee derde van het aantal delicten, wordt geen aangifte gedaan, waardoor deze buiten het gezichtsveld van de politieregistraties vallen. Het gebruik van politieregistraties houdt dus in dat de omvang van de criminaliteit systematisch wordt onderschat. Motieven om geen aangifte te doen zijn onder meer: geringe schade, weinig belang hechten aan het voorval, het voorval niet als strafbaar feit herkennen, weinig vertrouwen hebben in politie en justitie, en bescherming van de dader wanneer deze een bekende is. Samenvatting criminaliteitscijfers Alle cijfers overziende is er globaal gezien sprake van een afname van de criminaliteit. De media lijken daar soms anders over te denken, maar hoe je het ook wendt of keert, het is echt zo: de laatste jaren is Nederland echt veiliger geworden. De verklaring daarvan kan gezocht worden in demografische, sociale en culturele veranderingen zoals minder jeugd, minder gedogen en de andere kant op kijken en het steviger aanpakken van daderpopulaties. Een niet minder belangrijke verklaring voor de afname is dat er vanaf de jaren 80 steeds meer aandacht is gekomen voor situationele maatregelen in de sfeer van veilig ontwerp en beheer. Denk aan keurmerken zoals het Politie Keurmerk Veilig Wonen, Keurmerk Veilig Ondernemen, Keurmerk Veilig Uitgaan, Keurmerk Veilig rond en in School, etc.Sociale samenhangSociale samenhang is een belangrijk element van een veilige woonomgeving. Het gaat daarbij onder meer om het zich in de woonomgeving thuis voelen, de relatie met de buren, de betrokkenheid met overige buurtgenoten, etc. In de praktijk kan dat bijvoorbeeld betekenen dat men, wetend dat de ander van huis is, een oogje in het zeil houdt. De afgelopen jaren zijn buurten en wijken steeds meer het focuspunt geworden van sociaal beleid, wat onder meer blijkt uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de zogenaamde Vogelaar-wijken. De WMO spreekt van een gebiedsgerichte aanpak waarbij op wijkniveau leefbaarheid en sociale samenhang moeten worden gestimuleerd. Politieke participatie blijkt ook een indicatie te geven van de mate van sociale samenhang. In Europees verband scoort Nederland, gemeten naar opkomst bij Tweede- Kamerverkiezingen, met een vrij stabiele 75-80%. Langs de Europese meetlat gezien blijken Nederlanders veel vertrouwen in elkaar te hebben, maar weinig in Europa. Opvallend voor Nederland is dat hoog opgeleiden meer dan twee keer zoveel vertrouwen in elkaar hebben dan laag opgeleiden.Woningovervallen Uit cijfers van het Nederlands Politie Instituut (NPI) blijkt dat het aantal woningovervallen in Nederland de laatste tijd sterk is gestegen. Nog relatief klein in aantal maar met ongelooflijke impact. Vooral het aantal woningovervallen op senioren nam toe. Een deel van de woningovervallen vindt plaats onder criminelen, een deel bij ondernemers met een woning bij de zaak waarbij men kassageld vermoedt en een deel bij burgers, waarvan men denkt dat ze geld in huis hebben. Soms gaat het alleen om de sleutels van een goed beveiligde exclusieve auto die op de oprit staat. In de helft van de woningovervallen komen de overvallers binnen omdat bewoners zelf de deur open doen. De politie roept op, evenals het CCV, dat burgers voorzichtiger moeten zijn. “Doe niet zo maar open, neem een deurspion in de deur en een kierstandhouder en als je het niet vertrouwt, doe dan niet open”.Onderzoek en subsidieHet CCV is van start gegaan met een werkgroep Woningovervallen en woninginbraken. Het doel van de werkgroep is om een bijdrage te leveren aan preventieve instrumenten die ingezet kunnen worden bij de aanpak van woningovervallen en woninginbraken. De werkgroep bestaat uit deskundigen op het gebied van woningovervallen en inbraken uit diverse politieregio’s. De deskundigen gaan onder andere kijken of het Politiekeurmerk Veilig Wonen meer onderdelen in haar eisenpakket kan opnemen die een woningoverval kunnen belemmeren. Het ministerie van Justitie is deze zomer met een subsidieregeling gestart om herhaling van een woning- of bedrijfsoverval te voorkomen. Slachtoffers van een overval kunnen de kosten voor beveiligingsmaatregelen terugkrijgen. Het ministerie van Justitie keert aan een bewoner of bedrijf maximaal 1000 euro uit, op basis van te overleggen facturen. InbraakmethodenEvenals bij het eerder genoemde veiligheidsgevoel kan de stroom aan vaak onzuivere informatie over locaties, frequentie en wijze van inbreken het best als ‘dagkoers’ worden gezien. Ook hier spelen de media een belangrijke rol. Een duidelijk voorbeeld is de hype welke destijds rond de ‘klopmethode’ ontstond. Hoe zat dat al weer precies? En wat hebben we aan berichten zoals “de verkrachtende inbreker komt steeds binnen door met een handboor een gat in de deur te maken” of “Oost-Europese inbrekersbende raast als een wervelwind door Zuid Limburg waarbij ook kinderen worden ingezet”. "Het motto is: snel komen, snel stelen, snel gaan", aldus een woordvoerder van de politie. Maar bruikbare informatie over motieven, keuze van locaties, omvang en details van de werkwijze bij inbraak ontbreekt veelal. Wat als gegeven blijft is dat inbrekers doorgaans snel en ongezien naar binnen willen maar er ook snel (met buit) weer uit kunnen als dat nodig is. Een nieuw geluid is dat uit onderzoek van een groep verzekeraars blijkt dat de meeste woninginbraken niet in de zomermaanden plaats vinden, maar juist in de winter, in de ’duurdere’ maanden als december en januari. Fysieke maatregelen tegen inbraak In de Veiligheidsmonitor van het CBS worden de fysieke maatregelen tegen inbraak als volgt samengevat. In 2009 zijn buitenverlichting (81%) en extra hang- en sluitwerk (72%) opnieuw de meest voorkomende maatregelen tegen inbraak. Beide voorzieningen zijn bij meer dan vier op de vijf huishoudens aanwezig. Andere voorzieningen tegen inbraak komen aanzienlijk minder voor. Bij 16% procent van de huishoudens zijn er luiken voor ramen en deuren en is bij 12% een inbraakalarm aanwezig. In totaal voldoen nu bij meer dan één op de zes huishoudens de preventiemaatregelen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Extra buitenverlichting en luiken voor ramen en deuren zijn bij huishoudens nu vaker aanwezig dan in 2006. Het effect van het PKVW blijft onverminderd sterk, maar er valt een daling in de uitgereikte certificaten te bespeuren, aldus het CCV. De fysieke maatregelen verschillen duidelijk per politieregio. Samenvattend: in ZO-Nederland wordt het meest en in N-Nederland het minst beveiligd. CorporatiewoningenUit klanttevredenheidsonderzoek van USP blijkt veiligheid al jaren een speerpunt van veel corporaties te zijn en volgens bewoners onderdeel van de top drie van belangrijkste aspecten. Maar hoe is het volgens de huurders zelf eigenlijk gesteld met de inbraakveiligheid van huurwoningen? Sinds 2005 is de tevredenheid met de inbraakveiligheid van huurwoningen van corporaties enorm gestegen. De resultaten van 2010 laten zien dat de huurders ook dit jaar weer iets meer tevreden zijn. In 2009 scoort de inbraakveiligheid van huurwoningen met een 7,1 voor het eerst boven de norm (7,0). De stijging zet dit jaar door tot een 7,2. Corporaties hebben de laatste jaren flink wat gedaan om de woningen veiliger te maken en dat heeft zijn vruchten in de tevredenheid afgeworpen. Al in 2005 streefde de helft van alle corporaties naar het beveiligen van het woningbezit conform de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). De cijfers laten duidelijk zien dat de genomen maatregelen niet voor niets zijn geweest. Inbraaktrauma Inbraak is een inbreuk met gevolgen en hoe reageer je daarop? Het huis wordt, aldus psychologen, beschouwd als iets intiems, als een privé domein. Na een inbraak moet men vaststellen dat die gedachte een illusie is en dat kan zwaar aankomen. Het veiligheidsgevoel maakt deel uit van levensnoodzakelijke behoeften zoals eten, drinken en slapen. Als aan de basisbehoeften niet voldaan wordt, dan kan men zich slecht voelen of angstig zijn. Ook ontbreekt het vaak aan de energie die nodig is om na een inbraak de draad weer op te pakken. Voor sommige mensen is de woning een verlengstuk van zichzelf en vergelijken dan een inbraak met verkrachting. Een inbraak kan veel betekenen voor kinderen en het is heel belangrijk om ook hun gevoelens serieus te nemen. Belangrijk blijkt om hen goed uit te leggen wat er aan de hand is. Slachtofferhulp Nederland biedt na inbraak hulp in het oplossen van de materiële en immateriële schade. Nederland op misdaadladderEind tachtiger jaren werd door Nederland de slachtofferenquête ICVS geïnitieerd, de International Crime Victims Survey. Deze wordt inmiddels uitgevoerd in ruim vijftig westerse landen. De uitkomsten geven aan dat in Nederland de vermogenscriminaliteit in de afgelopen jaren sterk is gedaald. Dit geldt vooral voor autodiefstal en woninginbraken. De positie van Nederland op de internationale misdaadladder is daardoor gedaald. De ICVS-enquête laat zien dat in alle westerse landen het niveau van de beveiliging tegen woninginbraken fors omhoog is gegaan. Voor Nederland wordt op het vlak van woninginbraken de voormalige organisatie Voorkoming Misdrijven en het Bouwbesluit genoemd. Wat betreft hang- en sluitwerk behoort Nederland thans volgens de enquêteresultaten tot de best beveiligde landen ter wereld. ? Bronnen: CBS, CCV, BZK, NPI, USP veiligwonen (1).jpg veiligwonen (2).jpgveiligwonen (3).jpg