Sterren zijn goed, mensen zijn beter

Sterren zijn goed, mensen zijn beter

In 2012 werd in Nederland dik 91.000 keer ingebroken. Ex-inbreker Evert Jansen van de Stichting Veiligheid en Preventie kijkt kritisch naar de maatregelen. Hoe goed houdt inbraakwerend hang- en sluitwerk inbrekers buiten de deur?


91.153 keer: zo vaak was het raak vorig jaar. In Nederland werd in 2012 zelfs 2,6 procent meer in woningen ingebroken dan in 2011 (88.761 geregistreerde woninginbraken). En er worden welsteeds meer inbrekers aangehouden (van 5.186 in 2010 naar 6.531 in 2012, een stijging van 26 procent), maar dat lijkt een druppel op een gloeiende plaat. De overheid wil die cijfers overigens wel verbeteren: minder woningbraken, meer pakkans, dat is de insteek.

“Heb je geen goedgekeurde woning? Dan zijn inbrekers in sommige gevallen in tien seconden binnen.” Dat beaamt Evert Jansen van de Stichting Veiligheid en Preventie in Zwolle. Maar hij plaatst ook meteen een kanttekening: “Een sticker op het raam is mooi, maar een inbreker kijkt niet alleen naar die sticker. Hij kijkt, als je hem de gelegenheid geeft, ook echt nog even of de cilinder niet uitsteekt, of er niet ergens een raampje openstaat, of er geen oude raamboompjes gemonteerd zijn.”  

 

Koevoet en schroevendraaier

Het PKVW gebruikt voor zijn adviezen hang- en sluitwerk dat getest is bij SKG. Daar wordt de inbraakwerendheid van hang- en sluitwerk getest met een kleine koevoet en een schroevendraaier. Volgens Jansen sluit dat goed aan op de praktijk: “Een inbreker wil niet opvallen. Een lange koevoet is zwaar en trekt de aandacht. En een ruitje intikken, ook dat doet een inbreker niet graag. Dat maakt lawaai en er kan bloed achterblijven, dus DNA en dat is bewijsmateriaal.”

Jansen nuanceert de actuele aandacht voor kerntrekken: “We moeten de mensen niet zo bang maken. Van de tien inbraken gebeuren er twee met een poelietrekker. Het is echt nog een ver-van-ons-bed-show. Het is goed dat men het Politiekeurmerk aanscherpt, maar tegen de tijd dat er daadwerkelijk SKG*** anti-kerntrekbeslag in de woningen hangt, is het 2020 of 2030. Tot die tijd kun je beter iets doen aan het gedrag van de mensen. Dat gedrag is veel belangrijker dan het allernieuwste hang- en sluitwerk. Het gaat erom dat we sociaal zijn, naar elkaar kijken. Ik zie in wijken altijd maar dat bordje Buurtpreventie. Als ik een lezing geef en vooraf in zo'n wijk rondloop, ziet iedereen mij lopen, een onbekend persoon, maar niemand spreekt mij aan. Iedereen vertrouwt op die zogenaamde buurtpreventie.”

 

Voordeur

Als Jansen een PKVW-beveiligde deur ziet, zegt hij: “Deze deur, daar heb je vijftien minuten voor nodig om hem open te krijgen. Een inbreker probeert het dan niet eens. Maar een inbreker wil een deur kunnen zien om te kunnen beoordelen of het zich loont om in te breken. De beste beveiliging is dan ook dat je er als bewoner voor zorgt dat een inbreker helemaal niet in de gelegenheid is om de deur aan te raken – bijvoorbeeld door een lamp met een bewegingssensor. Want staat een inbreker eenmaal bij de deur, dan kijkt hij: staat er een raam open, hangen de sleutels binnen in het slot? Daar liggen de kansen.”    

 

Achterdeur

Voor de achterdeur, die meest naar buiten toe opengaat, adviseert PKVW scharnieren liefst SKG**, maar eventueel ook losse dievenklauwen. En bij een enkel haakschootslot een versterkte sluitkom met vijf schroeven. Allemaal voorgeboord. Doe je dat niet, dan splijt het hout en kan het nog maar tweehonderd kilo trekken in plaats van vierhonderd kilo.

Jansen: “Of er is voorgeboord of niet, is voor een inbreker niet zichtbaar. Maar een goede sluitkom, die geeft een heldere boodschap af; dat gaat te lang duren. Als een openstaand bovenlicht keurig beveiligd is met een barrièrerstang, maar het klapraam náást de deur heeft een oude raamboom, dan hoeft er maar een bezem tegen de gevel te staan en een inbreker heeft via het bovenraam dat klapraam zo open.”

 

Raam

Bij een raam met twee goede scharnieren of twee dievenklauwen aan de scharnierzijde, en aan de sluitzijde twee afsluitbare sluitboompjes, zegt Jansen: “De vraag is niet alleen maar of het feitelijk inbraakwerend genoeg is, maar vooral welke signalen men afgeeft. Een goede sluitboom is zo'n signaal. Maar ook een tuinlicht met bewegingssensor, en uiteraard ook goed hang- en sluitwerk. Maar bovenal: een sociale wijk. Dat werkt het beste en het kost niks. Wie in zijn wijk een onbekende ziet rondlopen en niks zegt, heeft misschien een kans gemist om een inbraak te voorkomen. Het woordje “hoi” is voldoende: spreek een inbreker aan en hij weet dat er op hem gelet wordt. Dan taait hij af.”

 

Inbreken, hoe doe je dat?

Gaatjesboormethode: als bewoners de sleutel in het slot laten zitten, boort men onder het slot een gat en draait met een geprepareerd voorwerp de sleutel om. Tegenmaatregel: raamboompjes die men met een sleutel kan afsluiten. Wel de sleutel uit het slot halen.

 

  • Flipperen: met een bankpasje drukt men de sleuf van het slot terug. Te pareren met een beveiligingsstrip. De deur op slot draaien helpt ook.
  • Hengelen: via de brievenbus hengelt men naar de deurklink. Onmogelijk als de deur in het slot gedraaid is. Een brievenzak of een brievenbusafschermer helpt ook.
  • Bij de Bulgaarse methode breekt men met een tang een cilinder af die uit het slot steekt. Voorkomen door veiligheidsbeslag dat ervoor zorgt dat de cilinder niet meer dan 3 mm uitsteekt.
  • Bovenlichten zijn vaak makkelijk te forceren, omdat ze vaak op een kier staan of slecht vergrendeld zijn. Barrièrestangen helpen, net als hang- en sluitwerk volgens het PKVW.
  • Tegen het ingooien van een ruit helpt natuurlijk inbraakwerend glas, maar dat is kostbaar. Psychologische truc: haal waardevolle spullen uit het zicht.
  • Bij kerntrekken trekt men een cilinder uit de deur door er een schroef in te draaien en mechanisch druk op te bouwen. Tegenzet: veiligheidsbeslag SKG*** met cilindertrekbeveiliging of een cilinder SKG***.

Hier uw advertentie?
Bel +31 (0)73 503 35 44.